Dansende walvissen
4 maart 2015
De zonsopkomst is prachtig en vol beloften. Het zonlicht kleurt de zee en de passerende walvissen prachtig goud. Omdat ik altijd zo vroeg opsta, heb ik nog wat tijd voor we er met de tenders op uit gaan. Ik zit in mijn cabine en schrijf over de afgelopen dagen vol prachtige walvisontmoetingen. We hebben een groot raam in onze hut en en telkens als ik opkijk van mijn notitieboekje zie ik walvissen voorbij zwemmen. Ik kan maar nauwelijks geloven dat dit uitzicht echt is.
Meestal zwemmen we met moeders en hun kalveren, maar de ontmoeting van vandaag is compleet anders. Twee volwassen mannetjes zoeken ons op. Humpbacks staan erom bekend dat zwemmers met interesse tolereren. Maar het is heel uitzonderlijk dat ze, zoals deze mannetjes, actief contact zoeken met de boot, met de tenders, met ons. De mannetjes zijn nieuwsgierig en kijken steeds boven water of we er nog zijn. En als we het water ingaan, dansen ze met elkaar én met ons. Dit is meer dan mensen tolereren, dit is werkelijk contact. Voor Jeff 'The Whaleman', onze gids met meer dan 20 jaar humpback-ervaring, staat deze ontmoeting dan ook in zijn 'all time top three', zoals hij zegt.
De walvissen zijn zo blij en zo geïnteresseerd dat ze wel heel dicht bij ons komen. Soms té dichtbij. Jeff waarschuwt me: 'Dat ene mannetje is 15 meter, die heeft echt niet door wat er bij zijn staart gebeurt.' Maar ik maak me geen zorgen. De walvissen en ik begrijpen elkaar in de taal van de dieren, telepathisch esperanto. En zo lang ik met deze walvissen zwem, is de hele wereld pure magie. We spyhoppen samen en als we tegelijk onze hoofden boven water steken, besef ik dat er maar 1,5 meter Sunny onder water zit en wel 12 meter walvis.
Hoe langer we met ze in het water zijn, hoe blijer de walvissen worden. Maar dan worden ze te uitbundig. Ze springen uit het water en later zich met veel geplons en hoge golven vallen. De golven drijven ons alle kanten op, soms bijna tegen de walvissen aan. Helaas veroorzaakt hun enthousiasme zoveel bubbels dat het onder water af en toe op een sneeuwstorm lijkt. En dan kan het zo maar gebeuren dat je een enorme walvis op slechts 3 meter afstand niet eens ziet. Ook klappen de walvissen enthousiast met hun staart op het water hetgeen levensgevaarlijke situaties oplevert voor ons zwemmers. Hun draaiboog is zo enorm dat ik de reuzenstaart rakelings over mijn hoofd voel scheren. Dat geluid zal ik nooit vergeten. Onze gids laat ons afstand nemen, maar de walvissen volgen ons en blijven dichterbij komen.
Blauwe plekken
Een van de mannetjes zwemt onderste boven naast me en ik kijk in zijn oog, dat zo onvoorstelbaar dichtbij is. Hoe vind je woorden voor iets waar gewoon geen woorden voor zijn? Hoe leg je uit hoe het voelt om in het oog van een volwassen walvis te kijken? En hoe vertel je wat je dan ziet? De wijsheid van de wereld. Enorme droefheid en ontembare vreugde tegelijkertijd. Walvissen hebben een enorm hart en op de een of andere manier voel je dat als je in hun ogen kijkt: er bestaat niets meer dan liefde.
Dan draait het mannetje zich plotseling van zijn rug terug naar zijn buik. In zijn draai raakt zijn vin mijn bovenarm. Na een korte, scherpe pijnscheut voelt het alsof mijn arm bloedt onder mijn twee wetsuits. Later blijk ik geen snee, maar een paar mooie blauwe plek te hebben. Blij laat ik mijn reisgenoten zien dat ik tóch nog walvissen blauwe plekken heb opgelopen deze reis!
Die avond kan ik bijna niet bevatten wat ik heb meegemaakt: ik keek een volwassen walvis in zijn oog en ik spyhopte en danste met 2 volwassen mannetjes bultruggen. Weer op de boot kijk ik verdwaasd om me heen, ik ben terug uit de hemel en voel me gedesoriënteerd. Ik kijk en voel en schrijf, maar ik ben er niet echt bij. Ik zweef overal boven zoals dat in dromen wel eens gebeurt. Het voelt alsof ik vanaf een wolkje zit toe te kijken. En als de dag dan ook nog eindigt met een zonsondergang in prachtige roze, lila en blauw kan ik niets anders dan een grote dankbaarheid voelen voor een dag die perfect was van het begin tot het einde. Of zoals boot-stewardess Barbara het zegt; ‘What a whale of a day!’