Reisblog

26 november 2015

Ik heb dus een Engelstalig reisblog. Nu precies vier maanden. En zoals ik in een van mijn vorige blogs schreef, verwachtte ik dat niemand op nóg een blog zat te wachten. Daarom was ik erg verbaasd over het succes van mijn reisblog. Nog verbaasder was ik over alle bijeffecten die het hebben van een reisblog heeft. 

Het blog ‘Diving in Dahab’ werd in 8 dagen meer dan 1000 keer gedeeld op social media. Ik kreeg een bedankje van de burgemeester van Dahab. En een wat minder vriendelijke email van de burgemeester van Sharm el Sheik. Hij wilde weten waarom ik niet over Sharm blogde. De Sinai Times nam mijn blog integraal over en ineens had ik een dagtaak aan het beantwoorden van e-mails en reacties. Vooral aan het deleten van uitnodigingen van wildvreemde Egyptische mannen om vooral binnenkort met hen te komen duiken. Allemaal bijeffecten van het hebben van een reisblog, waar ik geen rekening mee had gehouden.

Ook kreeg ik ineens een uitnodiging voor een persreis. En dat bracht mij in een moreel dilemma. Natuurlijk is zo’n gratis reisje leuk. En stel je voor dat ik van reisbloggen mijn carriere zou willen maken, dan is dit een mooi begin. Maar toch knaagde er iets. Naast historicus ben ik ook journalist. Ethiek. Dat was het. Hoe serieus neem ik mezelf als onafhankelijk travelblogger als ik schrijf hoe geweldig een gratis reis wel niet is. Natuurlijk, alle bekende bloggers nemen gratis reizen aan. Ze vermelden dat ook netjes: deze reis werd mij aangeboden door 'die en die reisorganisatie', maar zoals altijd is het mijn mening die ik verkondig. Maar eigenlijk geloof ik die mening dan al niet meer. Kun je jezelf serieus nemen als journalist of reisblogger als je als een mak schaap achter de persreizen aan loopt?

Hatemail

Een ander bijeffect van mijn reisblog is hatemail. Ik krijg niet alleen reacties van bekenden, ook van wildvreemden. Leuke reacties, maar ook heel veel minder leuke. Mensen die over mij oordelen zonder dat ze me kennen. Soms zijn het opmerkingen als: 'je bent verwend dat je zoveel kunt reizen.' Natuurlijk, maar wat mensen niet zien, is hoeveel ik er voor doe (veel opdrachten naast mijn drukke baan) en hoeveel er voor laat (niet uitgaan, geen kleren kopen) om mijn reizen te kunnen financieren. En dan zijn er nog de echt hatelijke opmerkingen. Ik merk dat er over mij en mijn reizen twee meningen overheersen. De eerste is dat ik altijd op reis ben. Was dat maar waar! Tussen mijn reizen door werk ik heel hard. De tweede is dat overal waar ik verschijn rampen gebeuren. Ook dat valt best mee. Ik vertelde dat laatst tegen een Amerikaanse reisblogger, waarop zijn nuchtere antwoord was: 'People know your name, but not your story.' Een bekende blogster maakt zelfs eens per jaar een overzicht van de beste hate-mail die zij ontvangt. Wil je weten hoe dat eruit ziet: kijk dan hier. Tja, ook dat hoort blijkbaar bij bloggen.

Feit is dat ik me heel goed realiseer hoe bevoorrecht ik ben dat ik een Nederlands paspoort heb. Een paspoort dat grenzen voor mij opent. Dat merk ik vooral op momenten dat ik met Egyptische vrienden de oversteek naar Jordanië wil maken, 16 kilometer per boot. Maar mijn vrienden komen het land niet in. Hoeveel verschil maakt het dat ik in Nederland in vrijheid ben geboren en veel kansen had. Dat ik een baan heb, en al moet ik er heel hard voor werken en veel dingen voor laten, dat ik de mogelijkheid heb prachtige reizen te maken en daarover te bloggen. 'We don't remember days, we remember moments.' En dan neem ik die hatemail maar voor lief. Het gaat er tenslotte niet om wat anderen denken. Het gaat erom dat ik mijn leven leef met veel reizen en ontdekken!