Krijsende mormels
30 november 2012
Het leven van een hond bestaat, net als dat van de mens trouwens, uit het maken van keuzes. Heel veel keuzes. Jat ik het brood van het aanrecht? Kom ik als ik geroepen word, ook al ben ik zo leuk aan het spelen? Ga ik in mijn mand liggen, of kruip ik lekker op de bank? En natuurlijk maakt mijn hond met al die mogelijkheden wel eens een keuze waar ik niet zo blij mee ben. Want waarom zou zij kiezen wat ik wil en niet wat voor haar het aantrekkelijkste is? Daar komt opvoeding om de hoek kijken, want honden opvoeden bestaat voor een groot deel uit het manipuleren van keuzes.
Een hond iets aanleren is redelijk eenvoudig: je beloont het gewenste gedrag, waardoor de motivatie om dit gedrag te vertonen toeneemt. Dat betekent dus dat wanneer ik mijn hond iets wil afleren, het stelen van het aanrecht bijvoorbeeld, ik haar motivatie om dat te doen moet verkleinen. Dat is al een stuk lastiger, want heel vaak gaat het om zelfbelonend gedrag. Veel mensen denken dat je een hond dan moet straffen, omdat, zo redeneren zij, straffen het tegenovergestelde van belonen is. Maar dat is onjuist: het tegenovergestelde van belonen is niet-belonen. En niet-belonen is iets heel anders dan straffen. Sterker nog, straffen heeft geen enkele zin: dat leidt slechts tot een tijdelijke onderdrukking van het door de mens (want, niet door de hond!) ongewenste gedrag. Het effect van de straf verdwijnt snel en dus moet je steeds vaker en harder moet straffen om nog resultaat te zien. Dat maakt straffen nauwelijks aanvaardbaar en zeker niet effectief. Vooral niet omdat ik wil dat mijn honden met mij samenwerken omdat dat leuk is, en niet om straf te ontlopen. Dat voelt toch heel anders.
De beste manier om een bepaald gedrag af te leren is het bieden van een alternatief. Een voor mij als mens acceptabel alternatief. Precies, zodat de hond een andere keuze kan maken. En het leuke is dat je dit alternatief dan weer kunt belonen. Zo blijven opvoeden en leren leuk. Voor mijn honden, maar ook voor mij. Ik word er veel vrolijker van als ik mijn honden beloon, dan wanneer ik loop te mopperen. En soms word ik gewoon heel blij als ik een werkbaar alternatief heb bedacht!
Dat deed je goed
Vanmorgen kwam ik tijdens onze wandeling een vrouw met vier Jack Russels tegen. Aan van vreselijke uitrekriemen. Al van een grote afstand begonnen ze alle vier woest te blaffen en aanvalbewegingen te maken. En natuurlijk kwam die vrouw in de knoop met alle riemen en was het onmogelijk om al die schreeuwers weer op tijd binnen te halen. Ze kon schreeuwen, trekken en hijsen wat ze wilde. Het werd een vechtende kluwen.
Mijn oudste hond Brontë en ik keken wat verwonderd naar het pandemonium voor ons. Vlinder keek mij kwispelend aan. Ze deed een beroep op het alternatief dat ik haar heb geleerd. 'Als ik die vechtersbazen negeer, krijg ik wat lekkers hè?' Al kauwend op haar beloning keek ook zij geïnteresseerd naar de grommende kluwen aan de andere kant van het fietspad. Op dat moment schoot één van de uittrekriemen uit en een ongeleid projectiel schoot happend in de richting van haar poten. De kaken klapten luid dicht, het scheelde niet veel. Vlinder verloor even haar concentratie en reageerde vanuit haar instinct. Ze liet haar prachtige rij blinkende tanden zien en gromde gevaarlijk.
Op mijn ferme 'Kijk naar mij!', draaide ze zich meteen weer om, zocht oogcontact en negeerde het happende gevaarte, dat nog steeds op enkele centimeters afstand om haar heen sprong. Trots beloonde ik haar met wat lekkers. Ik besloot niet meteen weg te lopen, maar even te wachten tot Vlinder de hondjes echt negeerde. Tot zij zelf die keuze maakte en niet anticipeerde op mijn verzoek.
Een gemeenteman die de vuilnisemmers aan het legen was, bekeek dit tafereel geïnteresseerd. 'Dat deed je goed,' zei hij, waarop ik verbaasd om me heen keek tegen wie hij het had. 'Ja, jij,' grijnsde hij. 'Je waarschuwde je hond en toen hij luisterde beloonde je hem. Zo hoort dat. Maar de meeste mensen vergeten te belonen. Die straffen alleen. En straffen heeft geen zin.'
'Ze is een zij,' antwoordde ik. Hij ging onverstoorbaar verder. 'En omdat mensen hun positieve gedrag ook nooit beloond zien, dacht ik, ik zeg het maar eens tegen haar. Dus, dat deed je goed.'
'Dank je wel', zei ik, verbaasd over zoveel wijsheid op de vroege morgen. De vrouw vocht nog steeds met haar hondjes, de gemeenteman ging verder met zijn vuilnisemmers en ik liep naar huis en bedacht dat een vuilnisman om half zeven 's ochtends mijn dag al goed maakte door het belonen van mijn gewenste gedrag!