Tijd om te dromen
2 augustus 2013
Wat als ik zo maar eens zou vertrekken.
Om heel lang op reis te gaan en misschien wel nooit meer terug te komen…
Iedere keer als Vlinder en ik hardlopend langs een blauwe Land Rover komen, schiet die gedachte door mijn hoofd. De Land Rover is niet zo bijzonder: oud en roestig ziet hij eruit alsof hij al heel wat kilometers onder de wielen heeft. Maar toch, iedere keer weer prikkelt deze terreinwagen mijn verbeelding. Hardlopen is tijd om te dromen.
Een Land Rover kopen, ombouwen en dan gewoon vertrekken. Naar al die plaatsen waar ik nog nooit ben geweest. En die ik zo graag wil bezoeken.
Reizen, ontdekken en schrijven.
Dan rij ik van Parijs, die altijd zinderende stad, naar Chartres, om in de kathedraal het blauwe licht door de gebrandschilderde ramen te zien vallen. In de Abdij van Fontevraud bezoek ik Eleonora van Aquitanië, de vrouw die eeuwen geleden eerst koningin van Frankrijk en later van Engeland was. In de abdij ligt zij begraven, naast haar zoon de legendarische Richard Leeuwenhart. Ik buig af en maak een uitstapje naar Venetië, want wie zegt dat ik de kortste weg moet nemen? Al jaren wil ik naar Venetië en nu ik De dievenbende van Scipio van Cornelia Funke heb herlezen roept Venetië me nog meer. Die verzonken stad vol draken, gouden paarden en gevleugelde leeuwen.
Blauwe stad
Langs de mediterrane kust voel ik de wind en en ruik ik de zee. Uiteindelijk trotseer ik de bergen om voor het eerst in mijn leven voet op Spaanse bodem te zetten. Via Lissabon (ja, weer een uitstapje!) en Sevilla koers ik richting Tarifa. En daar, in die kleine stad in het zuidelijkste puntje van Spanje, blijf ik een tijd. Op zoek naar walvissen en pratend met dolfijnen slenter ik over het strand. Ik sta stil, voel het zand tussen mijn tenen en tuur naar Marokko. Zo dichtbij, aan de overkant van de smalle zeestraat.
Afrika, mijn zo geliefde Afrika, lonkt.
Natuurlijk kan ik Afrika niet weerstaan, dus scheep ik de Land Rover in en vaar in drie kwartier naar Tanger. Ik rij naar Chefchaouen, de blauwe stad aan de voet van het machtige Rifgebergte. Slenterend door de soeks verken ik de Koningssteden. En als niemand kijkt, duik ik de Sahara in. Om van de prachtige zandduinen van Erg Chebbi te springen. Steeds dieper doorkruis ik Afrika. De oerwouden slokken me op en ik zie leeuwen en zeldzame berggorilla’s.
Dan mis ik pootstapjes naast me. Zoals altijd als ik even wegdroom, is Vlinder haar neus achterna. Gelukkig luistert ze perfect. Eén keer fluiten en ze komt in volle vaart aan gedenderd. Likkebaardend, dat wel. Vrolijk springend rent ze naast me mee.
Ik zucht. Mijn honden krijg ik vast Afrika niet in.
Een kortere reis naar Afrika dan? Botswana? Mozambique? Namibië?
Ik kijk nog eens om naar de Land Rover.
Tarifa, de Golf van Gibraltar. Dat moet toch haalbaar zijn?