Zwarte vingers en tenen

20 januari 2013

Eind 2010 reisde ik door Uganda. En nu, ruim twee jaar later, is het land ineens weer volop in mijn hoofd en in mijn hart. Dankzij het reisverhaal dat een kennis mij vertelde. Ook hij bezocht Uganda, maar zijn verhalen lijken in niets op die van mij. Ik luisterde naar hem, met toenemende verbazing, terwijl hij sprak over armoede, luie mensen, en een dor landschap. Hadden we het echt allebei over Uganda? Want ik had een prachtig land gezien, met vriendelijke, veerkrachtige mensen en een overweldigende natuur.

Reizen door Uganda is een geweldige ervaring, maar gemakkelijk is het niet. Meteen na de hoofdstad houden de wegen op. Heel plotseling eigenlijk. Weg asfalt, weg beschaving en weg comfort. Niets dan een prachtige, ongerepte natuur. De jeep, die hebben we echt nodig. Het rode stof omringd ons, terwijl we door het land hobbelen. Een 'free massage' noemt onze chauffeur het lachend. Ik geniet, dit is geen vakantie maar echt reizen, inspannend en vermoeiend. Onderweg zie ik lemen hutten, uitgestrekte plantages en het intrigeert me dat mens en dier hier naast en langs elkaar leven. Een eenzame jonge man doorkruist een eindeloze vlakte, en loopt bijna achteloos door een kudde waterbuffels. Ze gunnen elkaar geen blik waardig. Iedere vrouw draagt een paraplu op haar hoofd, moeiteloos horizontaal in evenwicht gehouden. Die paraplu is geen overbodige luxe: elke dag zijn er hevige regenbuien. Dan valt er in korte tijd zoveel water, dat de boot waarmee ik het Kazingakanaal verken volloopt en bijna zinkt. Het gaat maar net goed, terwijl de nijlpaarden en waterbuffels om ons heen dobberen. Elke nacht klinkt er een daverend onweer, en tussen de knallen door hoor ik het brullen van leeuwen en het gesmak van de nijlpaarden die rond mijn tent scharrelen.

Banana-bikes

De onbekendheid met toeristen zorgt ervoor dat je als blanke overal de aandacht trekt. Kinderen in vrolijk gekleurde kostschooluniformen komen nieuwsgierig kijken en hun Engels oefenen. De openheid van de mensen en de ongereptheid van het land maakt dat ik me een ontdekkingsreizigster als Alexine Tinne voel. Ik kijk mijn ogen uit, en hou vooral van de 'banana-bikes'. Gammele fietsen afgeladen met enorme trossen matoke. Matoke, de kookbanaan, het nationale voedsel, dat ik na weken niet meer kan proeven. Maar veel keuze is er niet. Een van de vele hoogtepunten van mijn reis is een spannende, maar uitputtende tracking door Kibale National Forest. In dit uitgestrekte woud leven zo'n 500 chimpansees. Maar makkelijk te vinden zijn ze niet. Groot is dan ook de voldoening als we ze na uren zwoegen eindelijk vinden. Hoog in de vijgenbomen kijken ze nieuwsgierig naar de groep indringers in hun verborgen woud.

Tijdens een wandelsafari in Queen Elisabeths National Park heb ik ook een onvergetelijke ontmoeting. Ik zie een schoenbekooievaar. Ik kijk mijn ogen uit, deze vogel ziet er uit of hij vergeten is uit te sterven. Het is een surrealistische ervaring.

Maar de aller-, allermooiste ervaring is mijn ontmoeting met berggorilla's. Want na een lange reis langs de flanken van het Riftgebergte ben ik eindelijk op de plek waar ik voor kwam, Bwindi Impenetrable Forest. In dit regenwoud op de grens van Congo, Rwanda en Uganda leven ze nog, een paar honderd met uitsterven bedreigde berggorilla's. De tracking door dit eindeloze regenwoud met zeven vulkanen is prachtig en dan zijn ze er ineens op slechts een paar meter afstand.

Ontspannen eten ze blaadjes, slopen een vermolmde boom en vlooien elkaar. Een jong doet stoer zijn vader de silverback na. Ze zijn groot, harig en stralen vriendelijkheid uit. Goedmoedig is het woord dat me te binnen schiet. Hun ogen zijn zacht en prachtig amberkleurig. Maar het zijn vooral hun zwarte vingers en tenen die mij ontroeren. Wat lijken wij op elkaar, mensen en gorilla's. En ik overdrijf niet als ik zeg dat dit één van de mooiste momenten van mijn leven is.

Dus vraag ik me af, hoe kan het dat de ervaringen van mijn kennis zo ontzettend verschillen van die van mij? Hoe is dat mogelijk? We hebben toch hetzelfde land bezocht? Ineens dacht ik aan Roald Dahl: 'Those who don't believe in magic will never find it.' Misschien maakt dat het verschil.