Via de achterdeur
19 november 2015
Vaak gebeuren er bijzondere dingen als ik op reis ben. Op mijn reis door Jordanië viel het eigenlijk wel mee: geen vreemde of bijna ongeloofwaardige gebeurtenissen dit keer. Natuurlijk was er het gebruikelijke gedoe als je dit soort landen bezoekt: chauffeur Omar die niet kwam, maar Issa stuurde, onvindbare reserveringen, een gids die klaar zou staan, maar die uit zijn bed gebeld moest worden. Regen en onweer die de toch al onzichtbare paadjes in Petra veranderden in snelstromende riviertjes. Dat soort dingen. Maar verder verliep alles vrijwel vlekkeloos. Er was dus geen enkele reden om het land via de achterdeur te verlaten. Toch gebeurde dat.
De laatste dag ontdek ik dat chauffeur Issa eigenlijk helemaal geen chauffeur is. Hij is iets belangrijks op de luchthaven van Aqaba. Als het tijd is om weer naar huis te gaan, brengt hij me naar het vliegveld. Hij parkeert op de personeelsparkeerplaats en we gaan via de dienstingang het vliegveld binnen. Mijn rugzak en koffer worden gecontroleerd door een beveiliger. Ik vlieg met Turkish Airlines, maar we checken in bij een kantoor van Royal Jordanian. Niets rijen of wachten: maar een snelle privé-behandeling. Ik mag zeggen welke stoel ik wil en dat wordt netjes geregeld in het vluchtsysteem. Ik zie mijn koffer afgevoerd worden en hoop maar dat Royal Jordanian mijn koffer via Istanboel naar Amsterdam stuurt met Turkish Airlines. Nadat ik afscheid heb genomen van Issa moet ik mijn paspoort laten zien aan een beveiliger en ineens sta ik in een gang. De enige deur is de achterdeur van een restaurant. Ik kijk vragend naar de veiligheidsmedewerker. ‘Loop maar door,’ gebaart hij ongeduldig. Via de achterdeur loop ik het restaurant binnen. Personeel en klanten kijken niet op of om. Via de voordeur sta ik ineens in de vertrekhal. Daar zitten Duitsers met wie ik eerder die week gedoken heb. ‘Waar kom jij nu vandaag?’ vraagt een van hen. ‘Via de achterdeur van dat restaurant,’ wijs ik. Hij vertelt hoeveel controles zij hebben gehad en welke route zij moesten afleggen om hier in de vertrekhal te komen. ‘En jij komt door de achterdeur?’