2 november 2016

'Wat vond je het leukste aan Kopenhagen?' vraagt een vriendin.
Daar moet ik even over nadenken. Wat ik het leukste vond aan mijn weekendje weg heeft niet veel met Kopenhagen te maken. Het leukste vond ik dat we met helder weer over Nederland vlogen. Ik zag de Afsluitdijk en de waddeneilanden. Ik herkende ze allemaal: Texel, mijn geliefde Vlieland, Terschelling, Ameland waar ik in februari was, en Schiermonnikoog waar ik volgende februari naar toe ga. De hele vlucht was er veel te zien: prachtige wolkenformaties en de schaduw van ons vliegtuig in een regenboog.

'Maar wat vond je nu het leukste aan Kopenhagen?' dringt mijn vriendin aan. De zeemeermin natuurlijk. Voor haar ging ik. Ik vond de Nyhaven met alle gekleurde huizen prachtig, maar het was er mij te druk. De musea waren mooi. Het National Museet met zijn veenlijken, Vikingschatten en indrukwekkende runenstenen. Nadat ik hierogliefen leerde lezen, wilde ik ook runen kunnen ontcijferen. Maar ik heb nooit de tijd genomen dit schrift te leren. Ook de Glyptotek was geweldig: een prachtige kunstverzameling in een nog mooier gebouw. De zalen waren overweldigend: de muren in stijlvolle kleuren geschilderd en de belichting van de marmeren beelden was prachtig. Ik liep langs eindeloze rijen koppen van oude Grieken en Romeinen, zonder me werkelijk te interesseren wie zij waren. Alleen Alexander de Grote pikte ik er zo uit, als altijd. Ook waren er zalen vol Egyptische kunst en even waande ik me in Egypte. Maar het mooiste was de wintertuin. Een overweldigende ruimte. Een heerlijk museumrestaurant in een binnentuin vol palmen en planten met spannende doorkijkjes naar de museale collectie.

Prachtige herfstkleuren

Uren bracht ik door in de Botanische tuin. Ik genoot van de prachtige herfstkleuren tegen een strakblauwe lucht. Ik keek naar het diepe donkerrood van de eekhoorntjes. En als ik heel eerlijk ben, vond ik de eekhoorntjes die tikkertje speelden rond de stam van een dikke boom nog het allerleukste. En de kwallen, die in het Frederiksholm Kanal zwommen. Hun vrolijke oranje kleur fleurde het kanaal op. Van die herfstbladeren, eekhoorns en kwallen maakte ik de meeste foto's. Ik geloof dat ik niet zo'n stadsmens ben.